d) lateralisatie
Het ontwikkelen van lichaamsoriëntatie; een voorkeurskant.
Een doorkijkje naar het onderwijs
- We kunnen bij de jongste kleuters nog niet altijd zien of er al een voorkeurshand is. Ze kunnen vaak nog het kleurkrijtje in de ene of in de andere hand nemen. Meestal ontwikkelt zich in de loop van de tijd een voorkeurshand of een voorkeursvoet. Dus bij het tekenen is dit heel goed te zien.
- Je kunt de lateralisatie ook goed zien als je een kind laat hardlopen. Bij de afzet met de voet gaat de voorkeursvoet als afzetvoet achter de andere voet. Ook bij het hinkelen zie je de voorkeursvoet. Die is beter ontwikkeld, steviger in de beweging dan de andere voet.
- Staan op het ene been is bij een voorkeursbeen steviger dan bij het andere been.
- Knippen is een ander voorbeeld van lateralisatie. Sommige kinderen knippen links, en zijn met hun rechterhand heel onhandig. Een schaar voor linkshandigen is dan een uitkomst.
- Ook bv. bij het houten (constructie)speelgoed kun je zien of een kind links- of rechtshandig is, doordat het met de voorkeurshand een moertje aandraait of losdraait. Bij het bouwen is te zien of een kind met de linker- of rechterhand bouwt.
- Bij het gooien met een bal met één hand, het oplopen van een trap (welke voet gaat er eerst), met welke hand eet het kind een boterham, hoe het een beker vasthoudt, aan dit alles is te zien hoe het met de lateralisatie zit.
Wat kunnen we doen m bewustzijn hiervoor te helpen ontwikkelen?
- Veel symmetrie aanbieden. Hierin moeten we echt goed investeren.
- Lied en spel: ‘Papegaaitje leef je nog’ op verschillende manieren spelen.
- Een touw plat neerleggen en met beide benen (gesloten) springen; hinkelend van links naar rechts (en het andere been); met gekruiste voeten heen en weer over het touw springen.
- De oudsten bewust de rechterhand geven.